Het Brabantse dorp Oisterwijk
  en Operatie Market Garden

Verzet vanuit Café Royal in Boxtel

Uit het Boxtels verhaal ‘DOOR VAN DER  MEIJDEN KEERT TERUG BIJ MEEUWENVEN’ heb ik opgemaakt.

 

‘Slechts eenmaal mocht Door van der Meijden-Konings in de herfst van 1944 met haar man Gerard naar de Kampina. Daar hield hij met een groep verzetsmensen uit Boxtel en omgeving ruim honderd voornamelijk Amerikaanse militairen verborgen voor de Duitse bezetter.

 

CAFÉ ROYAL;

 

Gerard en Door van der Meijden zijn van meet af aan betrokken geweest bij de illegaliteit. In café Royal aan het Stationsplein 12, dat door het echtpaar na hun huwelijk in 1942 werd gerund kwamen regelmatig verzetslieden bijeen. Vooral Gerard was betrokken bij het verzet; hij was plaatselijk actief binnen de LO, de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers die in datzelfde jaar was opgericht door dominee Frits Slomp, alias Frits de Zwerver.

 

Café Royal was een centraal punt binnen de Brabantse LO. Distributiebescheiden, bonkaarten, persoonsbewijzen, kleding voor onderduikers en geld van het Nationaal Steunfonds en wapens die door het verzet waren buitgemaakt werden vanuit het café door het hele land verspreid. Daarbij werd vooral gebruik gemaakt van koeriersters, die per trein in Boxtel arriveerden. Gerard wist precies met welke trein iemand arriveerde. Aan de hand van de kleur van een zakdoek werd aangegeven of de kust veilig was. Vaak werden vergaderingen in het café belegd, waar zogenaamd over de handel in mijnhout gesproken werd. Gerard van der Meijden zat in de houthandel en kende om die reden de Kampina op zijn duimpje.

 

SPECIALE DAG;

 

Na de landing in Normandië en het oprukken van de geallieerde legers trok Door van der Meijden bij haar ouders in Esch in. Café Royal was bij beschietingen flink beschadigd en van echt veel aanloop was aan het einde van de oorlog geen sprake meer. Zondag 17 september 1944 herinnert ze zich als de dag van gisteren omdat toen de operatie Market Garden begon en vele vliegtuigen naar het gebied tussen Son en Arnhem vlogen. De vliegtuigen trokken gliders voort waarin manschappen zaten die achter de Duitse linies gedropt moesten worden. Veel van deze motor loze zweefvliegtuigen landden te vroeg, mede doordat de vliegtuigen die deze gliders voorttrokken werden neergehaald door Duits luchtafweergeschut. Ook in de omgeving van Boxtel maakten gliders een noodlanding waarbij tal van groepen militairen midden in bezet gebied terechtkwamen. Groepsgewijs werden de troepen door lokale verzetsstrijders samengebracht en verborgen.

 

Ook Gerard van der Meijden trok er op 17 september op uit om de 'piloten' bij te staan. 'Nu hebben ze me nodig', waren de laatste woorden die hij sprak voordat hij op pad ging. In de weken die volgden liet Gerard van der Meijden zich amper zien in Esch. Vaak kreeg Door van der Meijden via-via te horen dat hij het goed maakte en de groeten deed", vertelt de Boxtelse. Eén keer klopte hij aan bij mijn ouders met het verzoek om zoveel mogelijk voedsel te geven. Mijn moeder, die in Esch een winkeltje had, was er niet gelukkig mee. 'Gerard, ge kleedt me helemaal uit', riep ze. Maar ze werkte mee en samen met mijn man ging ik op pad richting de Kampina. Ik had op dat moment geen idee waar ik naar toe gebracht werd."

 

Met twee rugzakken vol suiker en jam ging het echtpaar richting schuilplaats van de Amerikanen. Angst om aangehouden te worden hadden ze niet. ,,We gingen zogenaamd picknicken", blikt Door van der Meijden terug. Eenmaal aangekomen bij het Meeuwenven volgde de begroeting door de militairen, die zich verschanst hadden in diepe kuilen, die gevuld waren met stro en waren afgedekt met een tentzeil. ,,Het was overduidelijk dat die mannen blij waren dat ze iemand te zien kregen. De begroeting was uitbundig en op dat moment vond ik het heel erg dat ik geen Engels kon verstaan."

 

Door van der Meijden herinnert zich dat de militairen een ongewassen indruk maakten. De rauwe baarden vielen op, net als de steenkoude handdrukken omdat ze al zo lang in weer en wind in de buitenlucht verbleven. ,,Het was alsof je een dode een hand gaf", gruwt de Boxtelse. Op de terugweg werd het echtpaar Van der Meijden, dat in gezelschap was van de Boxtelse verzetsman Klaas Dekker, aangehouden door een Duitse patrouille die op zoek was naar boswachter Aalt van den Ham. Het drietal beleefde benauwde momenten, zo valt uit de dagboeknotities van Klaas Dekker op te maken. Dekker slaagde er ternauwernood in een klein pistool tussen zijn portefeuille te verbergen.

 

RESPECT;

 

Al die jaren na haar tocht naar de schuilplaats aan het Meeuwenven herkent Van der Meijden niets van de plek waar tot de bevrijding van Boxtel op 24 oktober ruim honderd Amerikaanse militairen verborgen zaten. De vier kuilen en schuttersputjes die duidelijk in het glooiende landschap herkenbaar zijn, zijn overwoekerd met gras. Hier en daar liggen takken en omgevallen bomen. ,,Onvoorstelbaar dat die jongemannen hier verscholen hebben gezeten", verzucht de Boxtelse. Ook haar echtgenoot verbleef vrijwel continu in deze bossen.

 

Het pad is inmiddels niet meer te herkennen en maakt 'ontdekking' van de schuilplaats extra moeilijk. Plannen voor het oprichten van een verzetsmonument bij de kuilen heeft Natuurmonumenten tegengehouden om te voorkomen dat te veel mensen in het dichtbegroeide bos doordringen. Het monument werd in oktober 2003 onthuld aan het Verzetslaantje, aan de rand van de Kampina.

 

Natuurmonumenten wil met respect omgaan met de plaats waar de bevrijders van Boxtel bijna zes weken lang zijn verborgen. Om die reden spreken de boswachters van Natuurmonumenten al lang niet meer van Meeuwenven en is gekozen voor een nieuwe naam: Parachutistenven. Gerard van der Meijden kreeg na de oorlog een onderscheiding van de Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower.

 

Bron: Brabants Centrum Boxtel

Gerard van der Meijden (linksonder met pleister op voorhoofd) poseert met enkele andere verzetsmensen te midden van een groep Amerikaanse en Britse militairen in de bossen van de Kampina.
Resistance at Café Royal in Boxtel