Bij dageraad op 26 oktober trok een half eskadron Scots Guards bij beide bruggen samen om een twintig minuten durende bombardement op de hoger gelegen gronden aan de overzijde van de stroom te doen losbranden. Het ondersteuningsvuur van de tanks was nauwkeurig en hevig. Tegelijkertijd vuurde de artillerie zijn projectielen af op Oisterwijk. Tijdens deze voorbereiding trokken de voorste compagnieën van de 7e Seaforth Highlanders - de "A"-compagnie aan de rechterzijde en de "B"-compagnie aan de linkerzijde op naar de twee bruggen en kwamen daarbij, evenals de vorige avond, onder zwaar Duits mortier- en machinegeweervuur te liggen. Tegen 07.00 uur werden de gelederen van deze voorste compagnieën gesloten. Daarop stormde iedere compagnie onverschrokken naar zijn "eigen" brug en doodde of nam daarbij elke Duitse soldaat gevangen die maar in hun buurt kwam. De "A" en "B" compagnieën gingen direct door met het zuiveren van het hen toegewezen gebied.
Tegen ongeveer 09.00 uur sloten zij zich aaneen en vormden zo een samenhangend bruggenhoofd met een diepte van ongeveer vijfhonderd meter. Ondertussen hadden carriers van het "F" echelon van de "A"compagnie over de kleine verkeersbrug gevolgd, (Gemullehoekenweg). De "C"-compagnie was de loopbrug (Catharinenberg) overgestoken om de linkerflank veilig te stellen, het peloton carriers was over de verkeersbrug gegaan om rechts te beveiligen. De Duitsers bestookten het gebied nog steeds met zwaar granaat- en mortiervuur van 88mm kanonnen. Tijdens deze gevechtshandelingen verloren de Seaforth Highlanders 2 officieren en raakten 2 officieren gewond. Onder de korporaals en soldaten lieten er 3 het leven en telde men 35 gewonden. Zijzelf namen 44 Duitsers gevangen.
Om ongeveer 06.00 uur vertrok vanuit het westen van Moergestel de rest van de 2e Glasgow Highlanders. Aangevoerd door Lt-Kol.Campell kwamen ze om ongeveer 08.00 uur aan op een vooruitgeschoven verzamelplaats in de uitgestrekte bossen aan de Oisterwijkseweg (rond het Mariakapelletje), ten zuiden van Oisterwijk. Vandaar volgden de 2e Glasgow Highlanders de 7e Seaforth Highlanders tot in Oisterwijk. De Majoor Davies stuurde drie van zijn geweer compagnieën, de "A", "B" en "C" compagnie over de loopbrug en zijn belangrijke gevechtsvoertuigen over de kleine verkeersbrug, meer naar het oosten (Gemullehoekenweg).
De opdracht van de "C"-compagnie was om het gebied over de spoorlijn met een groot fabriekscomplex (de leerlooierij/fabriek) te zuiveren. De "A" en de "B"compagnieën zouden optrekken in oostelijke richting langs de Kerkstraat en Hoogstraat/Dorpstraat en Lind, die parallel liepen aan en ten zuiden van de spoorlijn. Zij moesten de oostgrens van Oisterwijk van Duitsers zuiveren. Ten zuiden van de spoorlijn ontmoetten de "A"- en "B"-compagnieën geen andere tegenstand dan granaat- en mortiervuur.
Oisterwijk bevrijd
Ten noorden van de spoorlijn en ten oosten van de belangrijke kruising trof de "C"-compagnie echter het nonnenklooster aan (r.k. gasthuis) dat door de Duitsers als een bolwerk verdedigd werd en waardoor men niet verder kon.
Majoor Davies zette daarom hier zijn reserve "D"-compagnie in en gaf hen opdracht om over de spoorlijn in oostelijke richting te trekken, door het gebied van het bedrijvencomplex (de leerlooierij/fabriek) naar de noordelijke kant van het dorp en vandaar een kruisvuur te richten op het nonnenklooster.
De "D"-compagnie slaagde hierin en de Duitsers trokken zich daarop tegen het middaguur deels uit Oisterwijk terug, terwijl ook de beschieting met granaten en mortieren aanzienlijk afnam.
De vijand was in het noordelijk deel nog volop aanwezig, maar de 7e Armoured Division, (Pantserdivisie) en de 51e Highland Divisie naderden de vijand vanuit het oosten en namen het karwei deels over. De 153e Brigade van de 51e Highland Divisie had de 1e Gordon Highlanders in Oisterwijk en de 5/7e Gordon Highlanders in Holleneind, hun bataljon zat in het pas bevrijde Haaren.
Tegen ongeveer 16.00 uur voerden de "B"compagnie van de 2e Glasgow Highlanders en een sectie van hun peloton carriers in de oostelijke buitenwijken van Oisterwijk nog een kleine gezamenlijke operatie uit. De vijand had zich op ongeveer 400 meter van de huizen verschanst in wat op een "vesting" leek. De Glasgows gaven vijf minuten lang hun vuurkracht op deze "vesting" en legden toen een eind verder weg een rookgordijn, zodat alle andere posities verderop afgeschermd zouden zijn. Toen het geweervuur stopte, naderden de carrier-sectie met zijn eigen vlammen-werpende Wasp en zijn drie Bren-carriers de "vesting" onder dekkingsvuur van de "B"-compagnie. De bemande smalle loopgraven werden met twee stralen, die doel troffen, onder vuur genomen en het resultaat was, dat ongeveer 50 Duitse soldaten op de loop gingen met achterlating van hun wapens. De brenguns van de andere drie carriers en de "A" en "B"compagnieën maakten toen het karwei af. Wat overgebleven is van Duitsers in Oisterwijk sloeg op de vlucht richting de Bergsche Maas.
De 15e Schotse divisie rukte die dag nog verder op richting het Oostelijk deel van Tilburg dat op 27 Oktober mede door deze divisie kon worden bevrijd. in Oisterwijk en omgeving vielen tijdens deze operatie onder de 15e schotse divisie 22 slachtoffers en 126 manschappen raakte gewond. Zijzelf doodde en verwonde in Oisterwijk een groot aantal Duitsers en namen er zo’n zeven gevangen.