Fliegerhorst Gilze-Rijen, deel V
Vliegveld in oorlogstijd
6 Juni 1944 “D-Day”
De belangrijkste dag van de Tweede Wereldoorlog mag misschien wel D-Day op 6 Juni 1944 genoemd worden. Op die dag landde de geallieerden op de stranden van Normandië in noord Frankrijk. Dit werd de ommekeer in de oorlog. Vanaf het begin van de landingen werden vanaf Gilze-Rijen aanvallen gedaan met Ju.88 en Ju.188’s waarbij veel zeemijnen werden gedropt in het Kanaal (de zeestraat tussen Engeland en Frankrijk). Deze moderne mijnen, die al ontploften als er een schip in de buurt voer, werden op tijd door de geallieerden onschadelijk gemaakt door het overwicht dat er was aan mijnenvegers. De geallieerden hadden zo’n groot overwicht in de lucht dat van Duitse aanvallen op de invasie stranden en op het achterland maar weinig terecht kwam. Maar de Duitse aanvallen gingen onverminderd door tot eind Juni. Tegen het einde van Juni stonden er op Gilze-Rijen zoal gestationeerd:
KG2/Staf. Met 4 Ju.188’s
II/KG2 met Ju.188’s
5/KG76 met Ju.88’s
5/KG51 met Me.410’s
III/KG2 met Do.217’s
Op 5 Juli 1944 vonden grootte geallieerde aanvallen plaats op Duitse vliegvelden om het invasieleger op adem te laten komen. Gilze-Rijen was toen het doelwit van 40 Amerikaanse B-17 bommenwerpers, weer van de 41ste Combat Bombardment Wing, 303 Bombardeer Group (H), met 38 vliegtuigen en de 384ste Group met 2 vliegtuigen die uitgerust waren met radarapparatuur. Ze vlogen onder missie No.196. Vanuit het noorden komend vlogen ze boven een gesloten wolkendek richting het vliegveld. De eerste groep van 20 toestellen liet om 09.45hr 299 bommen van 500 pond los boven het vliegveld, drie minuten later gevolgd door de tweede groep van 18 vliegtuigen (2 waren door mechanische problemen teruggekeerd naar Engeland) die op een hoogte van 25000 voet nog eens 187 bommen van 500 pond op het vliegveld lieten vallen. 130 bommen vielen op en rond de zuidwest landingsbaan waarvan 30 direct op de baan. Meer dan de helft van het totaal aantal bommen, ongeveer 200 stuks, viel op het dorp Gilze waarbij 20 mensen omkwamen. De schade aan het dorp was groot, veel huizen waren totaal vernield en in sommige straten was geen enkel huis meer schade vrij. Het was een zwarte dag voor de inwoners van Gilze. Het luchtalarm was weliswaar afgegaan, maar door de laaghangende bewolking en aaneengesloten mistwolken verwachte men geen aanval op het vliegveld, maar was men in de veronderstelling dat het ging om overtrekkende vliegtuigen richting Duitsland.
Op 7 Augustus 1944 vielen 24 B-24’s het vliegveld aan waarbij de bommen deels op en deels buiten het vliegveld vielen en waarbij 4 burgers het leven lieten. In de maand Augustus waren er iedere nacht vluchten vanaf Gilze-Rijen waarbij 20 tot 40 toestellen opstegen in de richting van Frankrijk om de geallieerden aan te vallen. Als reactie op deze aanvallen voerden de Engelsen en de Amerikanen de aanvallen op Duitse vliegvelden nog verder op. In de avond van 15 Augustus werd Gilze-Rijen aangevallen door 100 Engelse Lancaster bommenwerpers, bijgestaan door Mosquito jachtbommenwerpers die het doel met lichtkogels markeerden. De toestellen bombardeerde het vliegveld precies op de juiste plaats waarbij het over de gehele oppervlakte zwaar beschadigd werd zodat het voor lange tijd uitgeschakeld was. Er vielen deze keer bijna geen bommen buiten het vliegveld.
Op 3 September 1944 vond de laatste grote aanval op het vliegveld plaats. Lancaster bommenwerpers gesteund door Mosquito’s en Spitfire’s vielen het vliegveld aan en lieten hun bommen los. De Mosquito’s en Spitfire’s begonnen na het bombardement jacht te maken op vliegtuigen op de grond die nog intact waren, waarbij ze met hun boordkanonnen nog verschillende toestellen wisten te vernietigen. Op 4 September 1944 vertrokken de overgebleven Duitse vliegtuigen richting Duitsland zodat het veld leeg was. Hierna begonnen Duitse grondtroepen met het vernietigen van installaties op het vliegveld. Het luchtafweergeschut werd gedemonteerd en waar dat niet lukte werd het met springstof opgeblazen. Grote groepen voertuigen volgeladen met oorlogstuig verlieten het vliegveld. Munitie en benzinedepots werden met explosieven totaal verwoest en Kamp Prinsenbosch werd geheel ontruimd. Vele voertuigen, paarden en boerenkarren uit de omgeving werden door de Duitsers gevorderd om alle bruikbare goederen uit het kamp mee te vervoeren op hun uittocht. De gebouwen in de omgeving waar de Duitsers lange tijd hadden verbleven werden opgeblazen, maar gelukkig kon men in sommige gevallen met lang praten nog voorkomen dat fabriekjes en andere belangrijke gebouwen door hen werden vernietigd.
Men kon zien dat het een overhaaste vlucht was, want het geallieerde landleger stond al in Noord-België. De vlucht van de Duitsers was een verademing voor de bevolking die rond het vliegveld woonde omdat door het vertrek van de Duitsers vanaf Gilze-Rijen niet meer gevlogen werd, en nog belangrijker, dat de periode van bombardementen op het vliegveld gelukkig voorbij was. De dagen die volgde waren rustig. De lucht was gevuld met overvliegende Geallieerde vliegtuigen die langzaam over het veld vlogen zonder de angst te hebben te worden beschoten door het Duits luchtafweer dat verlaten, verdwenen of vernietigd was. Op enig moment was het zo rustig op het vliegveld dat veel mensen de verleiding niet konden weerstaan om eens een kijkje te gaan nemen op het vliegveld. Men vond vele spullen achtergelaten en begon met het meenemen van al het bruikbare wat men tegenkwam. Als een lopend vuurtje ging het door de dorpen rond dat er op het vliegveld en op Kamp Prinsenbosch veel te halen was aan de door de Duitserd achtergelaten uitrustingsstukken, goederen, huisraad en zelfs voedsel. Maar de mensen besefte nog niet goed dat de Duitsers hier nog steeds de baas waren, en een paar dagen later werd door middel van een verordening de bevolking dan ook medegedeeld dat alle spullen die van het vliegveld en uit Kamp Prinsenbosch waren meegenomen terug gebracht moesten worden, of dat anders twee burgers als represaille doodgeschoten zouden worden. Voor een deel werd hier door de burgerbevolking gehoor aan gegeven. Het was in die dagen gevaarlijk voor iedereen, maar vooral voor mannen die zich op straat begaven, want de Duitsers hielden razzia’s om mannen aan te houden en te werk te stellen voor het graven van tankwallen en andere verdedigingswerken. Een avondklok werd ingesteld en samenscholing door meer dan vijf personen werd verboden. In de begindagen van September 1944 kon men aan de schrikreactie van de Duitsers zien dat de geallieerden dicht in de buurt kwamen, maar de Duitsers hielden de geallieerden bij het Albertkanaal in België tegen. Honderden bommenwerpers en jachtvliegtuigen trokken dagelijks over Gilze-Rijen, maar van enige tegenstand van luchtafweer op het vliegveld was geen sprake meer. Op 11 en 12 September ging het vernielen van de gebouwen en de infrastructuur op het vliegveld gewoon door. De gehele dag waren er ontploffingen van dynamietladingen te horen.
Maar toen werd het 17 September, de dag van de luchtlandingen in Zuid-Nederland. Operatie Market-Garden ging van start en al vroeg in de morgen was de lucht gevuld met jachtvliegtuigen. Typhoons, Mustangs en Spitfire’s vlogen in groten getale rond op zoek naar vijandige gronddoelen. Toen passeerde een 50-tal P-47 Thunderbolts, daarna enkele Short Stirling lichte bommenwerpers, en even later weer een grote groep Thunderbolts gevolgd door C-47 Skytrains vol met parachutisten op weg naar hun dropzones. De bevolking stond buiten te kijken naar het imposante schouwspel. Operatie Market-Garden was volop in gang. Wat later trokken honderden Skytrains en Stirlings met zweefvliegtuigen erachter over Gilze-Rijen en drie uur lang was de lucht van west naar oost gevuld met overtrekkende formaties vliegtuigen, kort daarop gevolgd door vliegtuigen die weer terugkwamen in de richting van Engeland. In de buurt van het vliegveld verloor een C-47 zijn zweefvliegtuig die korte tijd later vlakbij Hulten aan de grond kwam. Alle inzittenden wisten veilig uit de zwever te komen en er ontstond een vuurgevecht met de Duitsers. Sommige van de Amerikanen wisten te ontkomen aan de Duitsers. Op 18 September, een regenachtige dag, ging de aanvoer door de lucht gewoon door. Eén van de begeleidende Thundebolts werd boven Breda getroffen door vijandelijk vuur waarna de piloot een noodlanding moest maken tussen Gilze en Riel. Drie andere jagers gaven hem dekking door voortdurend laag over te vliegen om de Duitsers op afstand te houden zodat hij kon ontsnappen. Vijf weken lang wist deze piloot zich in Gilze schuil te houden. Gilze werd op 27 Oktober vanuit Baarle-Nassau en Alphen bevrijd door de 1e Poolse Pantserdivisie en het dorp Rijen een dag later door de Britten die met de Greys en de Royal Dragoons oprukten vanuit Goirle. De gemeente Gilze-Rijen was verlost van de Duitsers en het was feest, men kon beginnen met het herstel.