Het Brabantse dorp Oisterwijk
  en Operatie Market Garden

De noodlanding van Spitfire PT996 in Oisterwijk

In de morgen van vrijdag 20 Oktober 1944 maakte om 10.35 uur een Engelse Spitfire MK IX een noodlanding in Oisterwijk. Het toestel had door motorpech een harde buiklanding gemaakt midden op de Oisterwijksebaan komende vanuit Tilburg. Het jachtvliegtuig werd gevlogen door de Franse piloot F/LT. Pierre Gallay van de Groupe du Chasse III/2 “Alsace”, van het vrije Franse No.341 Squadron. Gallay was die morgen opgestegen vanaf een geallieerd vliegveld in Wevelgem in bevrijd België. Pierre Gallay ervaren Franse jachtpiloot die zijn pilotenopleiding onderging bij de Engelse luchtmacht na het begin van de oorlog. Hij maakte tijdens het begin van zijn loopbaan in 1941 al eens eerder een noodlanding. Die vond toen plaats op 28 September bij het Engelse Chadwell in Shorpshire toen Galley in training was bij het 5 FTS (Flying Training School) op RAF Cosford. Pierre Gallay vloog toen een trainingsvlucht met een Hawker Hurricane jachtvliegtuig en was vanaf vliegveld RAF Cosford opgestegen. Tijdens het verloop van zijn vlucht raakte hij in het luchtruim de weg kwijt en moest hij gedwongen een noodlanding maken () bij het Engelse Chadwell in Shorpshire, vermoedelijk door brandstofgebrek. Gallay raakt hierbij niet gewond en keerde heelhuids weer terug naar zijn vliegbasis. Na zijn trainingsperiode werd hij aan het begin van 1942 overgeplaatst naar de Franse eenheid No. GC1, “Alsace” in Damascus, Syrië in het Midden-Oosten. In Oktober van 1942 gingen de vrije Franse piloten van het GC1 en GB1 terug naar Engeland en werd Pierre Gallay bij het No.341 squadron “Alsace” ingedeeld.

 

In de morgen van 20 oktober vloog Pierre Gallay (callsign Yellow 1) samen met piloot Michel Brunsshwig onder (callsign Yellow 2) een verkenningsvlucht boven het gebied rondom Tilburg. Ter hoogte van het Wilhelminakanaal werd de Spitfire van Gallay tijdens een aanval op een Duits legervoertuig geraakt door Duits luchtafweer (Flak) dat was opgesteld aan de rand van Tilburg. Hierdoor raakte zijn toestel ernstig beschadigd en was hij door een kapotgeschoten motor genoodzaakt zijn toestel direct aan de grond te zetten. Dit deed hij door in een rechte lijn vanuit de spoorbruggen over het Wilhelminakanaal dalend richting Oisterwijk te vliegen om daar uiteindelijk op een weg te landen. Pierre Gallay maakte zijn noodlanding midden op de Oisterwijksebaan, net iets voorbij het kruispunt Laagheukelomseweg Oisterwijksebaan, ter hoogte van de boerderij van de familie van Riiswijk. Door de harde buiklanding liep zijn toestel nogal wat schade op en waarbij enkele onderdelen afbraken waaronder de koelers en luchtinlaat die onder aan de machine waren bevestigd. Tevens brak een deel van het landingsgestel af en zelfs de boord mitrailleurs waren uit de vleugels gebroken en lagen voor het toestel op de grond. De vier propellerbladen braken uit de naaf en werden meters ver weggeslingerd. Dit duidt er overigens op dat in ieder geval de propellers nog draaide tijdens zijn noodlanding, want anders zouden er zeker minder afgebroken zijn geweest of wellicht alleen maar omgebogen. De inslagen van de vijandelijke luchtafweer waren duidelijk zichtbaar en liepen over de gehele lengte van het toestel. Pierre Gallay wist zijn toestel snel te verlaten en verstopte zich in een sloot wachtend op wat komen ging. Hij zag daarna op afstand hoe burgers op het toestel af kwamen en er nieuwsgierig rondom heen liepen. Uiteindelijk wist hij met de hulp van één van die burgers te vluchten in de richting van het cafe ‘Mie Pieters’. In die omgeving werd hij in een boerenschuur verstopt waar hij vervolgens enkele uren verbleef totdat hij door de ondergrondse van Oisterwijk werd benaderd.

 

In Oisterwijk was tijdens de bezetting de ondergrondse verantwoordelijk voor het onderbrengen en doorvoeren van menig ander geallieerd luchtmachtpersoneel dat zich door vroegtijdige landingen achter de vijandelijke linies bevond. Tijdens Operatie Market-Garden hielpen zij zelfs een groot aantal geallieerde militairen van de luchtlandingstroepen en luchtmachtpersoneel onder te duiken in de bossen tussen Oisterwijk en Boxtel. Dit bosgebied is genaamd de Kampina en bestaat naast bossen uit een groot heidegebied en vennen. Pierre Gallay werd daar door de ondergrondse echter niet ondergebracht, maar in plaats daarvan naar het Wilhelminapark in Tilburg gebracht waar hij bij een gezin onder kon onderduiken.

 

Toen Pierre Gallay op 20 Oktober zijn gehavende Spitfire achter zich liet op weg naar een schuilplek kwamen al snel wat nieuwsgierige omwonenden het toestel bekijken. Ook de Duitsers kwamen op het toestel af om de zaak te onderzoeken. Die vonden niet veel bijzonders en gaven de omstanders om na een tijdje toestemming om het toestel van dichtbij te bekijken. De omstanders deden dit ‘bekijken’ al gauw met behulp van hamer en schroevendraaier om zo een leuk souvenir te bemachtigen. Het werd daardoor al gauw een waar spektakel en de Duitsers, die zich als groepje voor het toestel bevonden, zouden hun beslissing voor dat ‘bekijken’ al snel betreuren. Op een zeker moment klom een kleine jongen in de cockpit en frutselde wat aan de besturing en knoppen in het toestel. Hierdoor zette hij per ongeluk de boord kanonnen die zich nog in de vleugels bevonden in werking en een salvo van 20mm kogels vloog de Duitsers vervolgens om de oren. Hierop werd het ‘bekijken’ onmiddellijk door de Duitsers gestaakt en werden de omstanders direct naar huis gestuurd. De Duitsers plaatsten daarna bewaking bij het toestel. Afgezien van de boord mitrailleurs die uit de vleugels waren gebroken bevonden zich nog enkele zware kanonnen in de vleugels. Deze uitvoering van de Spitfire was namelijk uitgevoerd met meerder kanonnen en mitrailleurs. Naast een viertal browning mitrailleurs bezat het toestel ook nog twee zwaardere 20mm Hispano kanonnen.

 

Toen later in Oktober het Schotse bevrijdingsleger zich aan de rand van Oisterwijk bevond gooiden de Duitse bewakers een granaat in de cockpit waarop de cockpit volledig vernield raakt. Daarna verlaten ze het toestel om zich in Oisterwijk bij hun kameraden te voegen ter verdedig van het dorp tegen de Schotten. Pas toen werd het voor nieuwsgierigen weer mogelijk om het toestel dichtbij te benaderen. Een Oisterwijker wist op enig moment de pilotenstoel uit de cockpit te halen en mee naar huis te nemen. Jaren stond deze stoel als souvenir in zijn slaapkamer. Een andere Oisterwijker die kort na de noodlanding als eerste bij de Spitfire was nam ook een souvenir mee. Het was een groot onderdeel van het landingsgestel, namelijk één van de wielkappen.

 

Pierre Gallay verbleef uiteindelijk ondergedoken in Tilburg tot aan de bevrijding van die stad op 27 Oktober. Daarna wist hij zich weer bij zijn squadron te voegen. Hij arriveerde daar op 29 Oktober, negen dagen na zijn noodlanding. Pierre Gallay bleef bij zijn eenheid tot aan 17 Januari 1945 waarna hij de vrije Franse luchtmacht verliet. Gallay bleef wel vliegen maar kwam tragisch op 10 April 1950 om het leven toen hij met een experimenteel toestel, de SNCAC NC.1080 verongelukte. Dit één persoons prototype vliegtuig was ontworpen voor landingen op vliegdekschepen en stortte door onbekende oorzaak neer. Het toestel werd volledig verwoest waarop de ontwikkeling van het toestel werd stopgezet.

De Spitfire van Pierre Gallay na de bevrijding in 1944.
Op de achtergrond enkele geallieerde militairen.
Nog twee wat onduidelijke foto’s van de Spitfire uit een Engels archief.
The crash landing of Spitfire IX-PT996 in Oisterwijk