Het Brabantse dorp Oisterwijk
  en Operatie Market Garden

De Duitse troepen in Oisterwijk

Tijdens de bezetting zijn er door de Duitsers in Oisterwijk heel wat gebouwen in bezit genomen voor allerlei doeleinden. Zo hadden ze op de Oisterwijkse leerfabriek een groot Duits geneeskundig bevoorrading depot gevestigd genaamd WVA (Wehrmacht Verplegungs Amt). Ook de leerproductie op de leerfabriek werd ingezet voor de Duitse oorlogsindustrie. De Duitse luchtmachtstaf van de vliegbasis Gilze-Rijen (de grijze heren) zetelde in het villa gebied in het hotel Bos en Ven en in de bossen ten oosten van Oisterwijk was in een gebied van ongeveer 390 hectare bos veel Duitse munitie opgeslagen onder de bomen en in munitiebunkers. De leiding van dit munitie depot zetelde in De Hondsberg. De bestrating die voor het depot speciaal door de bossen was aangelegd was onder andere afkomstig van het puin dat over was gebleven na het Duitse luchtbombardement op Rotterdam op 14 mei 1940.

 

De Duitse transporteenheid NSKK, National Sozialistisches Kraftfahr Korps, dat belast was met het transport van de munitie, was aan de rand van de bossen gevestigd langs de Gemullehoekenweg. Nu nog is tussen de bomen waar deze eenheid toen verbleef een smeerput voor de voertuigen zichtbaar. Bij het toenmalige rangeergebied voor treinen, midden in het dorp net voorbij het treinstation, werd door de Duitsers regelmatig munitie geladen afkomstig uit het munitiedepot. Dit karwei werd vaak door Russische (Azerbeidzjanen en Oezbeken) krijgsgevangenen (Osttrupen) gedaan die de Duitsers onder andere speciaal hiervoor in Oisterwijk hadden geïnterneerd. Deze groep was ook werkzaam op het depot zelf. Naast deze krijgsgevangenen werden aan het einde van de bezetting, zo rond September en Oktober van 1944, ook Oisterwijkers, Tilburgers en inwoners uit omliggende dorpen verplicht ingezet om te helpen op het munitiedepot. Het ging dan vaak om een strafmaatregel tegen deze burgers, die al dan niet iets op hun kerfstok hadden. Tijdens de bezetten verbleven er soms ook Duitse militairen afkomstig van het front voor ‘erholung’ (herstel/ontspanning) in Oisterwijk. Vaak gingen ze daarna weer terug naar het front, maar het kwam ook voor dat ze daarna in Nederland bleven.

 

Rond september en oktober van 1944 verbleven diverse hoge Duitse officieren in de buurt van Oisterwijk. De Duitse troepen waren op de terugtocht vanuit Normandië in Frankrijk, op de vlucht voor de Geallieerde troepen. In die periode plande de Duitsers een front langs de grens van België met Nederland en de troepen die langzaam Nederland binnendruppelden werden in de omgeving van de grens samengevoegd onder het Duitse Generalkommando, VXXXIII (88) Armee Korps onder leiding van General der Infanterie Hans Reinhard. Deze Generaal had zijn hoofdkwartier in Villa Zonnewende in het dorp Moergestel, een paar kilometer ten oosten van Oisterwijk. Zijn stafofficieren verbleven in diverse luxe villa’s in Moergestel en Oisterwijk. De bekende Duitse fallschirmjäger en Luftwaffe generaal Kurt Student was in die periode regelmatig in Moergestel, zo ook de Duitse generaal-veldmaarschalk Walter Model. De tot nieuwe eenheden samengevoegde Duitse troepen werden ingezet in het nieuwe frontgebied achter het Albertkanaal. Door de Geallieerde operatie Market-Garden kwamen vanaf half September ook verschillende Duitse troepen door Oisterwijk op hun weg richting de corridor “Hells Highway” om daar de Geallieerde troepen terug te drijven. In diezelfde periode hadden de Duitsers een veldhospitaal (kriegslazarett) ingericht in een schoolgebouw in de poirterstraat. Dit veldhospitaal was onderdeel van de 245 I.D. (Infanterie-Divisie) en de gewonde Duitse front militairen, maar ook Britse gewonde krijgsgevangenen, werden hier behandeld.

The german troops in Oisterwijk

Ook onderdelen van de 59 I.D. onder generalleutnant Poppe en onderdelen van de 245 I.D. onder generalleutnant- Sander verbleven tijdens de laatste maanden van de bezetting in de omgeving van Oisterwijk. In de loop van deze periode hadden de Duitsers ook in Moergestel troepen ondergebracht. Die waren ingekwartierd bij particulieren of ondergebracht in grote gebouwen zoals scholen en loodsen zoals die aan de Oisterwijkseweg. Naargelang de status van de huizen (grootte en ligging) werden deze betrokken door officieren. Met het hoofdkwartier van het 88e Armee Korps nu in Moergestel bracht dat extra gevaar mee voor de omgeving. Op 24 september probeerde Britse Typhoon jagers met raketten het hoofdkwartier van generaal Reinhard uit te schakelen. Maar de piloten vergiste zich en de raketten kwamen in de omgeving bij klooster Stanislaus neer.

 

Het Duitse 88ste Armee Korps beschikte in die periode over een flink aantal legeronderdelen. Zo bestond het Korps uit de 347 Infanteriedivisie, 16 Luftwaffe-Felddivisie, 719 Infanteriedivisie, Artilleriekommandeur 119 (later 488), de 613 tankcompagnie, het 835Pionierbataljon en de Nachrichten-Abteilung 488. Later werd er nog een 'schnelle Brigade aufFahrrädern' ‘snelle fiets brigade’ aan toegevoegd. Ook militairen van de 256e Volksgrenadier Divisie onder general-majoor Gerhard Franz verbleven in deze periode in de omgeving van Oisterwijk. Verder lagen leden van Kampfgruppe Chill/85e I.D. onder leiding van generalleutnant Kurt Chill bij Moergestel en passeerde de Duitse 712 I.D. onder leiding van generalleutnant Friedrich-Wilhelm Neumann Oisterwijk.

Dokter Frans Desain speelde in de nadagen van de oorlog in Oisterwijk een belangrijke rol als Rode Kruis man. Er werd nogal eens een beroep op hem gedaan als er in de omgeving een Geallieerd vliegtuig was neergekomen met gewonde bemanningsleden als resultaat. Een onderduiker die naast zijn huis bij de paters op de zolder zat ondergedoken werd eten gegeven door een gat in het dak gemaakt vanuit zijn zolder. De dokter had door zijn werkzaamheden als gemeente dokter en Rode Kruis man contact met de Duitse bezetter. Wellicht met de Duitse leiding van het veldhospitaal dat in de buurt van zijn dokterswoning annex praktijk was gevestigd in het gebouw van de meisjesschool. Die school stond op het terrein van klooster Catharinenberg in de Poirterstraat. Het hospitaal had staatsarts Dr. Zink als stafhoofd en Dr. Auer was de stafchirurg. Door de aanwezigheid van het WVA waren middelen en materialen tot hun beschikking waar het de dokter door de schaarste in die dagen waarschijnlijk aan ontbrak. Een goed contact met de Duitsers was dus van groot belang.

 

 

LXXXVIII Korps
General der Infanterie Reinhard, Hans Wolfgang
1888-1950
719 I.D.
Generalleutnant
Sievers, Karl
1892-1961
256 V.G.D.
General-Major
Franz, Gerhard
1902-1975
Kampfgruppe Chill 85 I.D.
Generalleutnant
Chill, Kurt
1895-1976
?
59 I.D.
Generalleutnant
Poppe, Wahlter Frits Rudolf
1892-1968
245 I.D.
Generalleutnant
Sander, Erwin

712 I.D.

Generalleutnant

Friedrich-Wilhelm Neumann

1889-1975

Deze Duitse legerkaart geeft de grenzen aan tussen de verschillende Infanterie Divisies in Noord-Brabant vanaf september