Het Brabantse dorp Oisterwijk
  en Operatie Market Garden

Fliegerhorst Gilze-Rijen, deel I

     Vliegveld in oorlogstijd

Vliegbasis Gilze-Rijen;

 

Deze vliegbasis is gelegen op het voormalige vliegveld Molenheide tussen de Brabantse dorpen Gilze en Rijen. De basis ligt precies tussen de steden Breda en Tilburg en was aanvankelijk vooral bedoeld voor civiel gebruik, maar ook de militaire luchtvaart, vanaf 1913 in Nederland aanwezig, maakte er gebruik van. Vanaf de Eerste Wereldoorlog werd het veld steeds meer voor militaire luchtvaart gebruikt. De burgerluchtvaart richtte eind jaren '30 het Vliegveld Nerhoven in, dat iets verder naar het oosten lag. Tijdens de mobilisatie in 1939 moest ook dit veld aan het militair gezag worden afgestaan, en vlak voor de Duitse inval in Nederland maakten ze het onklaar om te verhinderen dat de Duitsers er zouden landen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de vliegbasis door de Duitsers omgebouwd tot één van de grootste vliegvelden van Europa. De Duitsers richtte tevens een schijnvliegveld in ter bescherming van het veld. Dit schijnvliegveld werd lokaal De Kiek genoemd, maar door de Duitsers werd het aangeduid als Kamerun. Het schijnvliegveld lag tussen de dorpen Alphen en Riel, langs de Oude Tilburgsebaan.

 

Vliegveld in oorlogstijd;

 

Op 10 mei 1940 werd vliegveld Molenheide van ongeveer 04.00 uur tot 06.45 aangevallen door Heinkels He.111 van de Duitse eenheid KG4. Hierbij werden enkele Nederlandse toestellen op de grond vernietigd. Hierop werden de onbeschadigde Nederlandse toestellen overgeplaatst naar vliegveld Haamstede in de provincie Zeeland. De Franse troepen die Nederland in de eerste instantie te hulp waren geschoten werden voortdurend aangevallen en beschoten door Duitse Stuka’s. Uiteindelijk trokken veel Franse troepen zich terug naar België en arriveerde op 13 Mei Duitse bezettingstroepen op het verlaten vliegveld Molenheide en Nerhoven. Zei begonnen onmiddellijk de door de Nederlanders aangebrachte obstakels en versperringen te verwijderen en werd Molenheide voorbereid op de aankomst van de eerste Duitse vliegtuigen. Deze landde diezelfde dag nog en bestonden uit Henschel He.126 en de Fieseler Fi-156 ‘Storch’ toestellen. Een dag later landde op Nerhoven Donier Do.17 bommenwerpers en Junkers Ju.52 ambulancevliegtuigen.

 

De Duitsers waren door spionage voor de oorlog al goed op de hoogte geraakt van de mogelijkheden die beide vliegvelden voor hen had. Ze hadden de mensen en het materieel meegenomen uit Duitsland om direct, nadat de Duitse hoofdmacht gepasseerd was richting Zeeland en de Moerdijk bruggen op weg naar het hart van Nederland, van Molenheide en Nerhoven een volwaardig inzetbaar vliegveld te maken. Al na een dag was het operationeel waardoor de Duitsers een vliegveld tot hun beschikking hadden dat dicht aan de frontlijn lag en van waaruit ze direct verkenning en ambulancevliegtuigen tot hun beschikking hadden.

 

 

Fieseler Fi-156 ‘Storch’
Henschel He.126
Donier Do.17 bommenwerper
Junkers Ju.52 ambulance vliegtuig

In juni 1940 begonnen de Duitsers met het uitbreiden van wat zei ‘Fliegerhorst Gilze Rijen’ noemde. Men begon direct grond en boerderijen te vorderen, zodat veel mensen werden verdreven van hun bezittingen en ergens anders hun onderdak moesten zien te vinden. Het was te zien dat de Duitsers het groots aanpakten. Men begon met de aanleg van drie landing en startbanen van wel 1000 meter lang en 50 meter breed. Later nog zijn twee banen verlengt tot 1600 meter. Deze twee landingsbanen zijn nu nog steeds in gebruik, namelijk de 10/28 en de 02/20. Naar het noorden in Dongen, een dorp aan het nabijgelegen Wilhelminakanaal, werd een overslagplaats aangelegd waar de materialen voor de aanleg van het vliegveld werd aangevoerd. Op het vliegveld werd een grote onderhoud werkplaats gebouwd, de zogenaamde ‘Junker-halle’, en later in 1941 kwam daar de nog grotere ‘Oberhalle’bij. De ‘Oberhalle’ werd gebouwd nadat de ‘Junkerhalle’ te klein was geworden voor al het onderhoud. De hal stond langst de Molenschotsedijk en was 100 meter lang en 60 meter breed. Er kon toen onderhoud tot aan 10 tot 15 toestellen tegelijk gepleegd worden en was zo goed gecamoufleerd dat het vanuit de lucht haast niet te zien was. De ‘Oberhalle’ werd gebouwd over een licht zandpad. Door dit zandpad over het dak en over het voor de hal gelegen platform door te schilderen en met camouflage netten en struiken af te schermen, was het van boven niet op te merken. Verder kwamen er munitiebunkers en vele andere gebouwen die voor een in die tijd groot en modern vliegveld nodig waren. Voor de vliegtuigen werden bom en scherfvrije opstelplaatsen gerealiseerd. Sommige van deze opstelplaatsen zijn ook nu nog op de vliegbasis aanwezig. De vele hangaars en reparatieplaatsen hadden de vorm van boerderijen. De Duitsers waren meesters in het camoufleren en alles werd dan ook goed gecamoufleerd zodat vanuit de lucht de indruk werd gewekt dat het om een boerendorp ging. De oppervlakte van het vliegveld was toen vele malen groter dan wat het heden ten dage nog is.

Over het gehele vliegveld werden verharde rolbanen en aan en afvoerwegen aangelegd. Ten zuiden van Hulten en ten zuiden en westen van de landingsbanen bouwden de Duitsers ongeveer 95 houten hangaars en in Januari van 1944 zouden daar nog eens zo’n 75 in de buurt van de ‘Prinsenhoef’ bijkomen. Betonnen opstelplaatsen voor vliegtuigen werden in de bosrand aangelegd met aan de zijkant aardenwallen. De Duitsers legden ook een spoorbaan aan die vanaf het station van Rijen tot op het vliegveld liep voor de aanvoer van materieel en benzine. In het verlengde van de startbanen plaatste men een radiobaken en lichtmasten voor een goede aanvlieg navigatie. Rode navigatielichten werden op hoge gebouwen zoals fabrieken, kerken en molens geplaatst. In September waren de werkzaamheden grotendeels klaar, zodat er een voor die tijd volwaardig vliegveld was ontstaan. De twee vliegvelden waren nu één goot Duits vliegveld geworden. Voor de bevolking van Gilze en Rijen hield dat in dat men om van de ene plaats naar de andere te komen vanaf dan een grote omweg moestt maken.

Messerschmitt  Bf.109
Junkers Ju.52
Heinkel He.III bommenwerper met geschwader code 1H van het Lowen-geschwader.
Junkers Ju.88

Op 2 September 1940 arriveerden vanuit Noorwegen II/KG26 (KG Kampfgeschwader gevechtseenheid) met 4, 5 en 6 St, (St staffel=eenheid) met in totaal 40 vliegtuigen. Ze vlogen met Heinkel He.III bommenwerpers. Deze toestellen droegen geschwader code 1H en werd het ‘Lowen-geschwader’ genoemd. Zij verbleven maar een maand op Gilze-Rijen en werden in de hoofdzaak ingezet voor het bombarderen van Londen. Dit gebeurde zowel overdag als ‘s nachts. In de avond van 4 September 1940 verongelukte een Heinkel.III van 6/KG26 beladen met bommen. Tijdens het opstijgen van de noord-zuid baan kreeg het toestel geen hoogte en viel op café De Kronen in de Nieuwstraat in Gilze. Bij dit ongeluk verloren acht burgers, vier bemanningsleden en enkele andere Duitse militairen het leven. Er zouden hierna nog vele verschrikkelijke gebeurtenissen volgen voor de bevolking die tijdens de duur van de oorlog rond het vliegveld woonde. In Augustus 1944 waren er wederom Heinkel He.III’s op het vliegveld. Ze werden op de zuidwesthoek van het vliegveld waargenomen. Daar stond namelijk een hangaar waarin de V1’s (vliegende bommen) werden gemonteerd voor gebruik. Onder een vleugel van een aangepaste Heinkel He.III, aangeduid als H-22, werden toen de eerste V1’s gelanceerd. In de buurt van het vliegveld zou na terugkomst van een aanval op vijandelijk gebied zo’n Heinkel He.III H-22 zijn neergestort.

 

Eind September 1940 arriveerden op Gilze-Rijen II/KG30 met Junkers Ju.88 jachtbommenwerpers. De geschwader code van KG30 was 4D. Ook arriveerden in September I./NJG2 (NJG=Nachtjagdgeschwader) dat met code R4 vloog op hun Donier Do.17, Messerschmitt Bf109 en Junkers Ju.52 toestellen. Iedere dag en nacht stegen tientallen toestellen op richting Engeland volgeladen met bommen. Vele toestellen werden op de route van en naar Engeland neergeschoten of gingen verloren in de buurt van de basis. Tijdens de start en landing ging ook wel eens een toestel in vlammen op. Tussen September 1940 en April 1941 gingen op of in de buurt van Gilze-Rijen meer dan 40 Duitse vliegtuigen verloren. Rondom het vliegveld stond tevens veel luchtafweer. De Engelse luchtmacht bombardeerde het vliegveld regelmatig en soms werd er door de luchtafweer een toestel van de RAF neergehaald. Maar er verongelukte meer Duitse dan Engelse toestellen in de omgeving van Gilze-Rijen. In Mei 1941 begon Duitsland zijn oorlog tegen Rusland waardoor veel bommenwerpers van Gilze-Rijen naar het Oosten werden overgeplaatst. Ondanks dat gingen de aanvallen op Engeland gewoon door.

Fliegerhorst Gilze-Rijen, part I
O
W
N
Z

Eén van de weinig overgebleven Duitse hangaars, heden ten dage in gebruik bij een zweefvliegclub. De hangaar ligt buiten de huidige basis langs de Langenbergseweg.